vrijdag 26 september 2014

Selfie van Parmigianino

Onlangs hadden ik het met S. over het fenomeen 'selfies' en over het feit dat je bij horen van dat woord gelijk denkt aan een smartphone. "Terwijl je met een fototoestel natuurlijk ook best een selfie kunt maken. Kijk maar", zei ik. "Alleen heb je in zo'n geval dus wel vooral je camera in beeld". Waarop S. mij meewarig aankeek en vervolgens fijntjes uitlegde dat ik de camera gewoon even om had moeten draaien. Met de lens naar me toe. Dan had ik in de spiegel namelijk het venstertje van mijn camera kunnen zien en zo kunnen controleren of ik een beetje goed in beeld stond. Ik keek haar glazig aan. "Kijk, zó..." Ze nam de camera van me over en maakte een foto van ons tweeën. Een twofie, zeg maar.

"Ik sta er raar op", zei ik, terwijl ik het resultaat van het experiment kritisch bekeek. S. keek heen en weer tussen het schermpje en mij. "Ik zie niets raars, hoor", zei ze geruststellend. "Zo zie jij er altijd uit". Juist. 
Die twofie heb ik lekker verwijderd. En mijn selfies maak ik voortaan als S. een heel eind uit de buurt is.

Het woord 'selfie' mag dan relatief nieuw zijn, het fenomeen zelfportret is dat natuurlijk niet. Het verschil tussen een selfie en een zelfportret is voornamelijk een kwestie van techniek. Tegenwoordig kan iedereen die een smartphone heeft in een mum van tijd een zelfportret maken. Maar vóórdat de fotografie gemeengoed werd had je, als je een selfie wilde maken waar je niet al te raar op stond, behoorlijk wat meer nodig. Talent, om maar iets te noemen. Een zekere vaardigheid in het schilderen, tekenen of graveren. Veel oefenen wilde ook nog wel eens helpen. Tijd had je ook nodig. Veel tijd. En een zeker zelfbewustzijn. Kortom: je moest er kunstenaar voor zijn. En je moest een spiegel hebben, natuurlijk.

De 21-jarige Italiaan Girolamo Francesco Maria Mazzola (1503-1540), beter bekend als Parmigianino, had het allemaal; het talent, de vaardigheid, het zelfbewustzijn, de tijd en de spiegel. Een bolle spiegel, in zijn geval. En precies dat maakt zijn zelfportret zo bijzonder. 

Iedereen die zichzelf wel eens weerspiegeld heeft gezien in een bol, glanzend voorwerp, herkent dit beeld. Als je een beetje in- en uitzoomt, lukt het je echt wel om je eigen hoofd een beetje fatsoenlijk in beeld te krijgen. Maar dat wat er om je heen te zien is, de rechte lijnen van ramen, muren of een plafond, wordt allemaal scheef en krom weerspiegeld in het bolle oppervlak. Voorwerpen op de voorgrond lijken juist extra groot. Dat laatste effect heeft Parmigianino bewust gebruikt om zijn eigen rechterhand, de hand waarmee hij zijn brood verdiende, prominent in beeld te brengen. Beetje ijdel, misschien. Maar je vergeeft het hem graag. Want geef toe, dit is een sterk staaltje schilderkunst.

Om de illusie van de bolle spiegel nog verder te versterken, heeft Parmigianino een rond paneel gebruikt. Als je de moeite zou nemen om het schilderij in het museum op te zoeken, zou je bovendien zien dat het paneel behalve rond ook bol is. De gouden lijst werkt ook mee. De lijst, het ronde en bolle paneel, de vervorming van het beeld....Het is net alsof je voor een 'echte' bolle spiegel staat. Alsof je over de schouder van de schilder meekijkt naar zijn spiegelbeeld. 

Die Parmigianino, die kon wat. En dat wilde hij de wereld laten weten, ook. Zoals wij onze meest geslaagde selfies op Facebook zetten in de hoop op een paar 'likes', zo stuurde Parmigianino zijn zelfportret daarom naar de paus. Want een 'like' of 'share' van de paus kon een kunstenaar mooie opdrachten opleveren. Het cadeau werd minzaam ontvangen, maar er werd niet op gereageerd. Of dat voor Parmigianino een reden is geweest om de paus te ontvrienden, vertelt het verhaal helaas niet.

afbeeldingen: 
  1. foto auteur
  2. Parmigianino (1503 – 1540), zelfportret in spiegel, 1524, olieverf op paneel, 24 cm doorsnee, Kunsthistorisches Museum, Wenen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten