maandag 16 maart 2015

Hiëronymusje spelen


Kater B. wil naar buiten. Als ik hem bij wijze van groet even over zijn rug aai, voel ik een rare harde plek op zijn schouder. "Wacht even, kerel", zeg ik, terwijl ik naast 'm ga zitten. Ik woel wat rond in zijn vacht en vind er tot mijn schrik een soort afgebroken satéprikker, die diep in zijn vel steekt. Met enige moeite trek ik het ding er uit. De punt is rood van het bloed.

Kater B., die normaal gesproken tamelijk agressief wordt als ik 'm te na kom, zit gedurende de operatie stoïcijns voor zich uit te staren. "Moet je kijken!", zeg ik geschrokken terwijl ik hem de bebloede prikker voorhoud. Hij kijkt even ongeïnteresseerd omhoog en sloft dan weg. Hij heeft nog een hoop te doen vandaag.

De satéprikker blijkt een doorn te zijn. Ik heb mijn mini-leeuw verlost van een doorn. Dat maakt van mij dus een soort mini Sint Hieronymus.

Voor wie niet zo thuis is in de wondere wereld der heiligen: Hiëronymus van Stridon (ca. 347- 420) is één van de vier grote kerkvaders. Hij schreef een bewerking van de bijbel in alledaags Latijn. Die bewerking, de Vulgaat, werd in de 16e eeuw door de kerk als de enige echte officiële Latijnse versie van de bijbel geaccepteerd. Geen kleine jongen dus, die Hieronymus. Geen wonder dat er zoveel afbeeldingen van hem bestaan.1) In veel daarvan wordt hij heel herkenbaar, want voorzien van een aantal vaste attributen, afgebeeld.

Neem nou de prenten hieronder. De eerste is van Dürer, de tweede van Rembrandt. Ook bepaald geen kleine jongens. In de prent van Dürer is Hiëronymus het onderwerp. In die van Rembrandt lijkt de hoofdrol weggelegd voor de knotwilg. Maar mij gaat het dus om die Hiëronymus. Kijk even naar wat de heilige in beide prenten om zich heen heeft liggen.


Albrecht Dürer, Hiëronymus bij een knotwilg, 1512, droge naald ets op papier, 21 x 17.9 cm
Rembrandt van Rijn, Hiëronymus bij de knotwilg, 1648































































Zie je de overeenkomsten? Wat die knotwilg er moet, is mij eerlijk gezegd niet helemaal duidelijk. Maar de rest, dat bergachtige landschap, de lessenaar met de boeken, de kardinaalshoed, dat beest? Een goede verstaander, en dat waren er destijds veel, had gelijk door om wie het hier ging. Want de genoemde elementen verwijzen allemaal naar het levensverhaal van de heilige: de woestijn waarin Hiëronymus als kluizenaar leefde, zijn intellectuele werk (die Vulgaat, weet je nog?), de kerkelijke functie die Hiëronymus volgens de overlevering gehad zou hebben...

Dat beest vind ik zelf het interessantst. Dat is namelijk een leeuw. Ik zeg het maar even. Want laten we eerlijk zijn, we snappen wat de bedoeling is. Maar om nou te zeggen een overtuigende leeuw? Eh... Nee. Aan Dürer en Rembrandt heeft het niet gelegen. Die hebben echt hun best gedaan. Maar ze hadden op het moment dat ze hun prenten maakten gewoon nog nooit een leeuw in het echt gezien. Ze moesten het doen met plaatjes en beschrijvingen. Vandaar.
 
Maar goed, die leeuw dus. Die staat óók op al die afbeeldingen omdat er al eeuwenlang een  mooi verhaal verteld werd over Hiëronymus en een leeuw. Dat ging ongeveer zo:

Op een avond wandelt er een leeuw het klooster van Hiëronymus binnen. De meeste broeders slaan begrijpelijkerwijs op de vlucht, maar zo niet onze held Hiëronymus. Die begroet het beest alsof het een gast is. Hij ziet dat het dier mank loopt en ontdekt dat het een doorn in zijn poot heeft zitten. Hij pleegt eerste hulp, trekt de doorn uit de poot en verzorgt de wond. De dankbare leeuw volgt Hiëronymus vanaf dat moment als een hondje door het hele klooster. De andere broeders worden daar nogal zenuwachtig van. Daarom wordt de leeuw aangesteld als herdershond. Vanaf nu moet hij dagelijks de ezel begeleiden die brandhout uit het bos naar het klooster brengt. Dat scheelt de broeders werk en bovendien zijn ze dan overdag mooi van die leeuw af. 

Op een dag, wanneer de ezel ontzettend saaie dingen aan het doen is, valt de leeuw in slaap. Een stel kooplui dat net langs komt met hun kamelen, ziet de ezel in z'n eentje rondscharrelen en neemt hem mee. Wanneer de leeuw wakker wordt, ontdekt hij dat zijn ezel zoek is. Luid brullend rent hij rond om het beest te zoeken. Tenslotte meldt hij zich, ver na zijn gebruikelijke tijd, bij het klooster. Zonder ezel. Dus daar denken ze gelijk het slechtste. Stoute leeuw. Beetje de brandhout-ezel opeten. Je kon er op wachten. Voor straf moet de leeuw het werk van de ezel overnemen.

Nou wil het geval dat de kooplieden die de ezel meegenomen hebben, een tijdje later weer langs dezelfde weg terug komen. Ze hebben goede zaken gedaan. Hun kamelen zijn zwaar beladen met olie en zo meer. De leeuw, die treurig met z'n brandhout loopt te zeulen, ziet de karavaan langs trekken. Met voorop een hem wel héél bekende ezel. Brullend van blijdschap rent de leeuw naar zijn ezel. De kooplieden vluchten in paniek en de leeuw brengt zijn ezel én de zwaar beladen kamelen triomfantelijk naar het klooster. De kooplieden melden zich wat later. En beloven beterschap. Ze zullen nooit meer onbeheerd achtergelaten ezels meenemen en beloven het klooster ieder jaar een goede fles olie te brengen. Eind goed, al goed.

Met die leeuwen van Dürer en Rembrandt kwam het trouwens ook goed. Héél goed. Een paar jaar nadat ze hun prent van Hiëronymus gemaakt hadden, zagen ze voor het eerst een echte leeuw. Dürer in 1521 in de dierentuin van Gent, en Rembrandt in 1652 in Amsterdam. Ze grepen de kans om de leeuw te bestuderen met beide handen aan en tekenden en schetsten dat het een aard had. En zo ontstonden deze twee wonderschone leeuwen.



Albrecht Dürer, leeuw, 1521


Rembrandt van Rijn, leeuw, 1650-1652

En mijn eigen mini-leeuw? Die heeft dus helemaal niets geleerd van zijn avontuur. Ik zag 'm vanavond nog zitten. In de stadse woestenij. Midden tussen de doornstruiken. Met een beetje pech mag ik binnenkort nog een keer Hiëronymusje spelen.




 noten:
  1. Het Rockoxhuis in Antwerpen wijdde in 2014 een tentoonstelling aan dit onderwerp. Bij de tentoonstelling werd een catalogus uitgegeven, die nog steeds online te vinden is: http://www.kmska.be/export/sites/kmska/content/Documents/Tentoonstellingen/HIERONYMUS_NL.pdf (geraadpleegd 09/03/2015)

 afbeeldingen:

  1.  doorn, foto auteur.
  2. Albrecht Dürer, Hiëronymus bij een knotwilg, 1512, droge naald ets op papier, 210 x 179 mm, Metropolitan Musuem of Art, New York.. Bron afbeelding: http://www.metmuseum.org/collection/the-collection-online/search/336230, geraadpleegd 16 maart 2015.
  3. Rembrandt van Rijn, Hiëronymus bij de knotwilg, 1648, ets en droge naald, 178 x 132 mm, Rijksmuseum, Amsterdam. Bron afbeelding: https://www.rijksmuseum.nl/nl/collectie/RP-P-1962-51, geraadpleegd 16 maart 2015.
  4. Albrecht Dürer, Liggende leeuw, 1521, zilverstift op wit gegrond papier, 135 x 196 mm, Grafische Sammlung Albertina, Wenen. Bron afbeelding: http://sammlungenonline.albertina.at/#b862dae8-4d7b-444b-88f1-07e1480a4fb9, geraadpleegd 16 maart 2015.
  5. Rembrandt van Rijn, Leeuw,  1650-1652, inkt op papier, 138 x 204 mm, Louvre, Parijs. Bron afbeelding: https://en.wikipedia.org/wiki/File:Rembrandt-A-Lion-Lying-Down-207063_detail.jpg, geraadpleegd 16 maart 2015.
  6. stadsleeuw, foto auteur.