Op Internet zijn verschillende testjes te vinden waarmee je inzicht kunt krijgen in bijvoorbeeld de manier waarop je in een groep functioneert of wat je persoonlijke leerstijl is volgens het systeem van Kolb. Mocht je wat betreft dat laatste twijfelen aan de uitslag van de test, dan is het verstandig om, bij wijze van second opinion, een rondje Bob de Slak te spelen.
Doel van het spel is om Bob zo snel mogelijk naar de uitgang van een parcours te jagen en intussen allerlei hindernissen op te ruimen en/of te ontwijken. Bob de Slak doet dus een beroep op je technisch inzicht en reactievermogen. Dat alles op een prettig laag tempo met op de achtergrond een
rustgevend muziekje. Want hé, we hebben het hier wel over een slak, hè?
Ik speel het spel soms met S. Om de beurt doen we een level. Tijdens het spelen is ons gebleken dat wij een nogal verschillende voorkeur hebben als het gaat om leerstijlen.
Neem nou S. Die laat Bob zonder enige vorm van mededogen vanuit zijn hol blind het parcours op rennen. Met alle gevolgen van dien. Want Bob krijgt onder haar bezielende leiding de meest verschrikkelijke ongelukken. Hij valt in afgronden ("Hahaha, zag je z'n oogjes? Hij schrok."), wordt geëlektrocuteerd ("Hé kijk, als 'ie onder stroom staat, zie je z'n skelet") en verkoolt in een steekvlam tot as ("Bob is een grijs bultje geworden"). Gelukkig heeft Bob oneindig veel levens en kun je gewoon overnieuw beginnen. En gelukkig voor Bob leert S snel. Na twee of drie rondes vol afgrijselijk slakkenleed heeft ze uitgevogeld hoe ze Bob voor dreigend onheil moet behoeden en loodst ze hem veilig naar de uitgang. Het moge duidelijk zijn. De arme Bob heeft te maken met een Doener.
Ik werk anders. Onder mijn leiding heeft Bob heeft nog geen twee stappen uit z'n hok gezet, of ik dwing 'm al om in zijn huisje te kruipen. Dat geeft mij de tijd om eerst eens op mijn gemak het circuit kan verkennen. Ik wil namelijk niet dat Bob valt, onder stroom komt te staan of verkoolt. Dat vind ik zielig. Dus ik probeer eerst alle hendeltjes en knoppen uit. Pas als ik doorheb hoe alles functioneert, werk ik me vanaf de uitgang terug redenerend weer naar Bob: "Okéééé. Dus dit bruggetje moet naar beneden zodat 'ie naar de uitgang kan, maar dan moet deze boomstam eerst omhoog en om dat te kunnen doen, moet ik eerst dat rotsblok opblazen en dat kan door Bob op deze knop te laten drukken, maar eerst....". Intussen tikt de secondewijzer door en verspeel ik volgens S kostbare tijd. Als ik Bob eindelijk uit z'n huisje laat komen om hem goed voorbereid op pad te laten gaan, zegt S de Doener: "Je weet nou hoe 't moet, dus zet 'm gelijk maar in de versnelling". Bob kan namelijk ook in de versnelling. Het punt is gemaakt. Ik ben een typisch gevalletje Denker.
Zullen we het doen? Tijdens ons functioneringsgesprek zeggen dat we het afgelopen jaar gewerkt hebben aan meer zelfinzicht? En aan onze persoonlijke ontwikkeling? Dat we geleerd hebben niet alleen vanuit onze voorkeursstijl te werken en te leren? En dat we dat gedaan hebben door met onze collega's elke dag Bob de Slak te spelen? Onder werktijd? Zullen we dat doen?
Oh. Nog een tip voor de Beslissers onder ons: ga systematisch te werk. Begin met Bob de Slak 1.Vanaf daar wordt het steeds ingenieuzer. Met als voorlopig hoogtepunt Bob de Slak 6. Per spel zijn er 25 levels. Je kunt dus voorlopig wel even vooruit. Maar wel samen met je collega's hè?
afbeelding:
www.flickr.com/photos/national_library_of_australia_commons/7673987996/)